Van volkskrant.nl van 14 maart 2018 (verslaggever Toine Hermans):
Wat eerst de sociale dienst was, is nu een hipstertent met barista’s en loungemeubilair
De sociale dienst is omgebouwd tot een hipstertent met barista’s en loungemeubilair. De koude balies zijn gesloopt, en daarmee de hardvochtigheid. Het is een nieuwe wereld, uitgevoerd in blank hout en soepel leer. De gastvrouw heeft een tablet en placeert haar gasten aan een tafeltje – het woord bijstandstrekkers is ver weg.
Ik bestel een macchiato, Arno neemt een doppio. Het is gratis. Door de ruimte zweven contactpersonen onderweg naar een afspraak met hun klant. ‘Je komt hier niet om wat te halen’, zegt Arno. ‘Het wordt je aangeboden.’
Dit is een tijd die eisen stelt aan mensen met een uitkering – maar hier zijn ze er wel klaar mee. Vandaar de designerkoffie in dit nieuwe ‘dienstverleningsconcept’. De barista’s maken een hartje in het melkschuim, ‘om de gastvrijheid te voelen’, zei directeur Yvonne Bieshaar eerder. Zij heeft de sociale dienst Drechtsteden (zes gemeenten, 6.500 klanten) omgevormd, maar ze heeft ook een nieuwe baan, en dus leidt Arno Bonte me rond, de communicatieman. Hij zegt: ‘We gaan niet het onmogelijke van mensen vragen.’ En: ‘Het oorspronkelijke doel van de sociale dienst waren we een beetje uit het oog verloren: mensen helpen om zelfstandig te worden.’
Arno legt een dobbelsteen op tafel die alle medewerkers kregen. Hierop zijn ‘de vijf B’s’ te zien, die de filosofie samenvatten. De B van beleefd, de B van betrokken, de B van behulpzaam, de B van begrijpelijk en de B van betrouwbaar. ‘Als we fouten maken, geven we dat ruiterlijk toe.’
Het duizelt me even, want ik was net gewend aan de harde aanpak. Suzanne Raes en Monique Lesterhuis maakten een prachtige documentaire over de strenge sociale dienst van Rotterdam. Het idee is dat uitkeringstrekkers een ’tegenprestatie’ leveren, en zo heet de documentaire ook. Een jaar volgen ze de ongemakkelijke gesprekken tussen ‘consulenten’ en ‘cliënten’, acteurs in een papieren landschap, gehoorzamend aan richtlijnen van bittere politiek. Het schiet allemaal niet op.
En dan nu ineens een koffiebar.
Wethouder Peter Heijkoop trots: ‘Als je mensen ziet als mensen bereik je veel meer met ze. Je kunt er maximaal druk op zetten, maar dat helpt niet. Dat helpt ze alleen maar richting criminaliteit en onrust.’
Basis van de verandering is de schaarstetheorie van de wetenschappelijke wereldsterren Mullainathan en Shafir, die onder meer uitleggen hoe armoede het denken verlamt. Ook de term mobility mentoring valt. De klanten die hier komen hebben chronische stress, zegt Arno, ‘dat belemmert je denken’. Om van een uitkering af te komen is ‘ruimte’ nodig, en de ‘meer dan gemiddelde bureaucratie, de meer dan gemiddelde eisen die we aan mensen stellen’ hindert ze.
En of ik nog een macchiato wil.
Eerste resultaten: het aantal geweldsincidenten daalde van vijftien naar vijf per maand. ‘Dit is geen ideologie,’ zegt Arno, ‘dit is bewezen wetenschap.’
De sociale dienst weer wat socialer, daar komt het simpelweg op neer, als je het wollige seminarjargon eraf schuurt. De dienst in Alphen aan den Rijn is met iets vergelijkbaars bezig: daar krijgen bijstandstrekkers ‘die zich inspannen’ waardebonnen van de Lidl, Albert Heijn of de Coolcat. Yvonne Bieshaar trouwens is ‘directeur sociaal domein’ geworden in Eindhoven – ook daar dus zullen de barista’s opduiken.
Ik vraag de wethouder of dit het einde aankondigt van een streng tijdperk. Hij zegt: dit is geen einde, maar een begin. ‘Ook de rechtse houwdegens zullen uiteindelijk zien dat deze aanpak beter werkt.’
Nou, laat het ze niet horen. Barista’s bij de sociale dienst: ‘Smijten met belastinggeld’, gnuifde VVD-gemeenteraadslid John van der Net. ‘Geweld drink je toch niet weg met een latte macchiato? Ga gewoon werken, er is werk genoeg.’
De VVD verdeelt de mensheid in ‘doeners’ en ‘schreeuwers’, deze verkiezingsdagen. Doppio’s drinken mensen met een BV, of met pandjes in Amsterdam om uit te melken, en in dat universum is geen plaats voor losers. ‘Dit land is voor doeners, niet voor profiteurs’, zei Mark Rutte, de premier van alle geslaagde Nederlanders. Die het daarbij trouwens had over ‘groepen uit het buitenland’.
De wethouder, gelaten: ‘Ook de VVD heeft hiermee ingestemd. Ik laat ze maar een beetje roepen.’
Op een bankje in het loungecafé zit intussen Niek van Lopik, die acht jaar werkt bij de sociale dienst als ‘participatieregisseur’, een term die vanwege de vierde B spoedig moet vervangen. Zijn klant komt niet opdagen, hij heeft even tijd. ‘Het is een hele omslag, ook voor jezelf’, zegt hij. ‘Vroeger werd verwacht dat je streng optreedt. Maar nu blijkt dat het niet uitmaakt.’
Ik vraag hem of praten in een koffiebar met een klant wel zo handig is. ‘Nou,’ zegt Niek, ’thuis zit ik ook met het gezin om tafel.’
En de barista’s trouwens zijn verstandelijk beperkten. Voor hen is het een dagbesteding.