Van nos.nl van 18 januari 2018.

Een korting op je uitkering en je verplicht melden voor vrijwilligersdienst, of een goed gesprek over je schuldenprobleem en een cursus? Doordat gemeenten mogen experimenteren met de bijstand, kunnen de verschillen voor bijstandsgerechtigden de komende jaren groter worden.

Politieke partijen in een gemeenteraad krijgen zo steeds meer invloed op het beleid voor mensen met een bijstandsuitkering. Al probeert de landelijke politiek een beetje een vinger in de pap te houden.

Vandaag debatteert de Tweede Kamer over de experimenten, waaronder dat in Amsterdam. De Amsterdamse SP-wethouder Vliegenthart spreekt van een zachte, sociale aanpak. Bijstandsgerechtigden krijgen geen boetes of verplichte ’tegenprestatie’ opgelegd.

Wanneer heb je recht op bijstand?

Als je niet genoeg geld hebt om van te leven en je krijgt geen andere uitkering, dan kun je een bijstandsuitkering aanvragen bij de gemeente. Als je wel kunt werken dan moet je op zoek naar een baan. Je bent verplicht werk aan te nemen, ook al is het niet je droombaan. In het laatste kwartaal van 2017 zaten er 463.000 mensen in de bijstand.

De Amsterdamse aanpak is de VVD in de Tweede Kamer een doorn in het oog. “De verplichte tegenprestatie helpt gewoon”, zegt Kamerlid Nijkerken-De Haan. Zij vindt het logisch dat iemand die geld van de maatschappij krijgt daar zo snel mogelijk wat voor terugdoet. “Het mag duidelijk zijn dat de aanpak in Rotterdam mij meer aanspreekt”, zegt zij.

Want in Rotterdam is Leefbaar-wethouder Struijvenberg trots op zijn ‘strenge’ beleid. Wie zonder reden niet solliciteert raakt zijn uitkering kwijt. Fraudeurs worden hard aangepakt. Resultaat is dat het aantal bijstandsuitkeringen maar een beetje is gestegen.

“In de presentatie is het een groot verschil”, zegt GroenLinks-Kamerlid Voortman. “Als je kijkt naar de uitvoering valt het wel mee.” Want ook in Rotterdam is er oog voor verschillen tussen mensen. GroenLinks is voorstander van de Amsterdamse aanpak: bijverdienen bij je uitkering en de tegenprestatie niet dwingend opleggen. Volgens Voortman helpt individuele aandacht meer dan het onder druk zetten van mensen.

Tegenprestatie

Gemeenten moeten in hun lokale verordeningen opnemen dat mensen in de bijstand in principe een tegenprestatie moeten leveren. Bijvoorbeeld vrijwilligerswerk of andere activiteiten die helpen bij het vinden van een baan. Gemeenten mogen daar in individuele gevallen van afwijken, bijvoorbeeld als iemand echt niets kan.

Twee jaar geleden bleek dat niet alle gemeenten dit hadden vastgelegd, terwijl dat volgens de Participatiewet dus wel moest. Inmiddels hebben de meeste gemeenten hun verordening (de gemeentelijke regels) aangepast. Amsterdam en Arnhem blijven uit principe weigeren.

Dat is ook de aanpak van CDA-wethouder De Ridder in Tilburg. “Soms zijn mensen al drie jaar werkloos, die hebben dus al drie jaar lang afwijzingen gehad”, zegt hij. “Dan moet je meer doen dan zeggen dat ze moeten solliciteren.”

Zijn partijgenoot in de Tweede Kamer Peters vindt het goed dat gemeenten veel vrijheid krijgen om binnen de wet te experimenteren. Die experimenten, zo staat in de wet, moeten wetenschappelijk verantwoord worden uitgevoerd zodat de resultaten landelijk bruikbaar zijn.

“Maar het wetenschappelijk maken van de resultaten is erg ingewikkeld”, zegt Peters. “Er zijn geen twee variabelen die je naast elkaar kunt leggen, als je kijkt naar de mensen waar het om gaat.”

Staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken wil vasthouden aan het wetenschappelijke uitgangspunt. Gemeenten, dus ook Amsterdam, moeten zich aan de regels houden. Anders zullen de resultaten nooit te vergelijken zijn. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart, als duidelijk is welke partijen ‘de baas’ zijn geworden in de gemeenten, gaat Van Ark hierover met ze praten.

Experimenterende gemeenten

Groningen (in samenwerking met Ten Boer), Wageningen, Tilburg, Nijmegen en Deventer mogen twee jaar lang – zeg maar buiten de wet om – de regels voor de bijstand versoepelen. Mensen met een uitkering mogen bijvoorbeeld een beetje bijverdienen en hebben minder verplichtingen dan normaal. Dit om te kijken of mensen zonder dwang sneller aan het werk gaan.

Amsterdam en Utrecht wilden ook meedoen, maar dat mocht niet van het ministerie. Ze hadden de Participatiewet niet in hun verordening opgenomen. Amsterdam start nu per 1 februari een eigen experiment, maar zonder de ruimere mogelijkheden die Groningen, Wageningen, Tilburg, Nijmegen en Deventer hebben. Utrecht krijgt misschien alsnog toestemming.