Van volkskrant.nl van 20 november 2019

Dit kondigt staatssecretaris Tamara van Ark (VVD) van Sociale Zaken aan in een interview met de Volkskrant. Zij reageert op een vernietigend rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau over de werking van vijf jaar Participatiewet. Die wet bundelt sinds 2015 de vroegere sociale werkvoorziening, de regeling voor jonggehandicapten die kunnen werken en de vroegere bijstand. Het SCP concludeert dat voor geen van deze groepen de situatie is verbeterd.

Van Ark noemt dat ‘geen prettig gezicht’. Zij wil daarom dat de gemeenten de teugels aantrekken bij de uitvoering van de wet. ‘De vrijblijvendheid moet eraf.’ Daarom eist zij dat van alle mensen die een beroep doen op de Participatiewet een tegenprestatie wordt gevraagd. ‘De gemeenten moeten iedereen een passend aanbod doen. Bij een passend aanbod bedoel ik niet dat iedereen een 40-urige werkweek aankan. Soms kan het al passend zijn dat je schuldhulpverlening accepteert of vrijwilligerswerk. Dat is maatwerk waarover alleen gemeenten kunnen beslissen. Daar houden ze beleidsvrijheid in.’

Passend aanbod

Nu moeten de gemeenten al een verordening opstellen waarin een tegenprestatie wordt verlangd van bijstandsgerechtigden. Daarin moet ook de sanctie staan voor het geval de uitkeringsgerechtigde niet meewerkt, zoals een verlaging van de uitkering. In de praktijk blijkt de verordening vaak een dode letter. Daar wil Van Ark met een wetswijziging verandering in brengen door de gemeenten te verplichting een tegenprestatie te vragen met een ‘passend aanbod’. ‘Als mensen niet willen meewerken, moet het aanbod opgelegd kunnen worden’, vindt Van Ark. Over eventuele strafmaatregelen als een uitkeringsgerechtigde niet meewerkt, wil zij met gemeenten overleggen.

Van Ark vindt dat van iedereen een tegenprestatie kan worden gevraagd voor de bijstand. ‘Heel veel mensen die al jaren aan de kant staan hebben geen vertrouwen meer in zichzelf, geen vertrouwen in de overheid. Die denken: ik heb heel weinig maar kan me redden en wat gebeurt er met mijn toeslagen als ik ga werken, wat gebeurt er als het niet lukt? Dan kiezen mensen voor de zekerheid van een uitkering boven de onzekerheid van een werkend bestaan. Ik begrijp die zorgen, ik ben zelf ooit bij de sociale dienst begonnen voor ik de politiek inging en wethouder, Kamerlid en staatssecretaris werd. Ik ben ook hun staatssecretaris.’

Taaleis

Tegelijkertijd versoepelt Van Ark een andere wettelijke verplichting waar gemeenten in de praktijk ook heel verschillend mee omgaan: de taaleis. Nu moeten alle uitkeringsgerechtigden minimaal basaal Nederlands spreken en begrijpen. Wie dat niet kan en zich ook niet inspant om Nederlands te leren, krijgt een lagere uitkering. In de praktijk negeren gemeenten dit voorschrift. Zij vinden dat sprake moet zijn van maatwerk en dat gekeken moet worden naar individuele omstandigheden.

Van Ark komt gemeenten daarin nu tegemoet. De taaleis blijft in de wet staan. ‘Maar voor sommigen kan het gevraagde niveau hoger worden. Voor wie moeite heeft met leren, kan de taaleis anders ingericht. Bijvoorbeeld door tijdens activiteiten wat Nederlands te leren. Iedereen krijgt straks een passend aanbod voor een tegenprestatie met een passende taaleis.’