van sociale vraagstukken:

Dossier

Werkplaatsen Sociaal Domein

Lector arbeidsparticipatie Louis Polstra maakt zich gigantische zorgen: gemeenten zitten financieel aan de grond en zullen gaan bezuinigen op onder andere preventieve activiteiten, een nieuwe groep mensen zal in de bijstand raken en de mensen die al in de bijstand zaten, zullen verder in de armoede zakken. Wat te doen?

Laten we met de deur in huis vallen: Wat baart je de meeste zorgen op dit moment?

‘De enorme impact van de crisis op de budgetten van gemeenten. De gemeente Hoogeveen is niet meer in staat om geld uit te geven en ik vermoed dat dit voor veel gemeenten geldt, maar dat die dit nog binnenshuis houden. Alleen lopende afspraken en wettelijke verplichtingen kan Hoogeveen nog nakomen, maar voor de rest is geen geld. In het noorden hebben we heel actieve dorpshuizen, die als ontmoetingsplekken dienen, maar die krijgen geen overheidssteun. Hoe moeten die straks hun rekeningen betalen, als ze maanden geen inkomsten hebben?

Alle preventieve activiteiten hebben minder prioriteit, juist nu de werkloosheid toeneemt. Activiteiten en ontmoetingen zijn zo belangrijk om de kansen tot toetreding op de arbeidsmarkt te vergroten. Hier maak ik me gigantisch zorgen om. En om de participatiehoek, die moeten we ook niet vergeten.’

Wat speelt er in de participatiehoek?

‘Sociale werkvoorzieningen draaien al vaker met steeds minder geld. Voor de crisis moesten hier eigenlijk al miljoenen bij. Veel voorzieningen die bijvoorbeeld inpakwerk of assemblagewerk deden, draaien nu op halve kracht en halen veel minder productie dan normaal. De kwetsbare werknemersgroep die dit werk deed, bleef massaal thuis. Dit drukt allemaal op het gemeentelijk budget. In oktober, november wordt de nieuwe begroting voor het sociaal domein in veel gemeenten vastgesteld, dat wordt heel spannend.’

Naast lector, ben je projectleider van de Werkplaats Sociaal Domein Noord, hoe hebben gemeenten in het noorden zich op de huidige situatie aangepast, heb je daar beeld van?

‘We hebben al een beetje beeld, maar na het Hemelvaartweekend zullen we een vanuit de werkplaats een kleine peiling onder gemeenten en welzijnsorganisaties houden, over de zaken die zij nu op zich af zien komen en hoe ze hiermee om willen gaan. Wat nu al opvalt is de afname van bureaucratie. Het netwerk ‘Drenthe beweegt’ is het bijvoorbeeld binnen een week gelukt om samen met de regionale televisie en subsidie van de provincie een dagelijks bewegingsprogramma op tv uit te zenden, dat ook in Groningen en Friesland goed bekeken wordt. Dat is een soort omkering, dat partijen zelf met dit soort initiatieven komen. Best mooi eigenlijk. Ook is men in buurten en dorpen veel meer op elkaar gaan letten, waardoor veel meer teruggetrokken, kwetsbare burgers in beeld zijn gekomen zonder professionele bemoeienissen. ’

Zijn je nog andere initiatieven opgevallen?

‘In het Noorden zijn we in de plattelandsgemeenten wel bekend met de kleine dingen; boodschappen doen of koken voor iemand ander, het naoberschap. Bij mij in het dorp, op 25 kilometer ten noorden van Groningen, is ook helemaal niet gehamsterd! Mensen waren veel rustiger, die dachten: We zien wel wat er op ons afkomt. Men houdt rekening met elkaar. Dat is echt een verschil met stedelijke gebieden.’

Niet gehamsterd! Wat gebeurt er nog meer op het platteland waar de Randstad niets vanaf weet?

‘Waar weinig mensen bij stilstaan is de impact van de grote afstanden in plattelandsgebieden op zorg- en welzijnstrajecten. Als je in Lauwersoog een alcoholprobleem hebt en eindelijk zo ver bent om in behandeling te gaan, betekent dat dat je naar Groningen moet. Een retourtje Lauwersoog – Groningen met de bus kost je zo zestien biertjes. Ik verwacht dat het beeldbellen hier in de toekomst een andere betekenis zal krijgen, nu mensen zien dat het in voor een aantal zorgtrajecten goed werkt. In de stad is beeldbellen handig voor erbij, wie weet maakt het hier in de toekomst het verschil.’

Terug naar de economische gevolgen van de crisis, wat betekent dit voor de arbeidsparticipatie?

‘Gister was ik bij een bespreking van de landelijke beroepsgroep van klantmanagers. Veel van de klantmanagers die normaal in re-integratieprojecten werken, zijn nu actief in de Tozo (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers, red.). De financiële ondersteuning voor mensen die het plotseling moeilijk hebben, krijgt voorrang op de meer kwetsbare groep. Dit zal nog wel even zo blijven. Het UWV verwacht tot de Kerst 2020 veel nieuwe WW-aanvragen. Voor gemeenten betekent dit dat in het voorjaar van 2021 een grote groep mensen van de WW in de bijstand zal belanden. Die willen ze het liefst zo snel mogelijk weer aan het werk hebben, des te langer in de bijstand, des te moeilijker de re-integratie. Maar is er dan geld voor!’

En de mensen die voor de coronacrisis in een re-integratietraject zaten, hebben pech?

‘Daar komt het wel op neer. Ik verwacht dat een grotere groep mensen in een armoedecultuur terecht zal komen. Gezinnen die in een armoedecultuur leven, zonderen zich af van de maatschappij, voelen zich niet meer verbonden met de normen en waarden van de samenleving en zijn onderling heel solidair. Het is een cultuur waarin mensen weinig te verliezen hebben en gericht zijn op overleven.’

Vanuit de Werkplaats Sociaal Domein Noord neem je ook deel in de nieuwe thema werkgroep ‘Armoede’, wat is jullie eerste project?

‘Onder leiding van Annelies Kassenberg (ook lector aan de Hanzehogeschool, red.) willen we om te beginnen meer zicht krijgen op kinderen die in armoede leven en vervolgens tot een toolkit komen die partijen in het sociaal domein helpt om armoede onder kinderen te signaleren, het liefst zo vroeg mogelijk. Het is moeilijk om uit een armoedecultuur te breken.’

Noodlijdende sociale werkvoorzieningen, een nieuwe groep in de bijstand, kinderen in armoedeculturen; komen we er ooit weer bovenop, denk je?

‘Nou, armoede is natuurlijk relatief hè. Ik moet denken aan een internationaal congres waarop ik naast een hoogleraar uit Wit Rusland zat. Haar inkomen was even hoog als onze bijstand. Ik denk dat het zou helpen als we allemaal een stapje terug zouden doen. De flexibele onzekere banen, terugvorderingen en boetes van de overheid en het bijstandssysteem waar mensen lastig uitkomen; we hebben het zelf georganiseerd. Met dit soort keuzes, organiseren we onze eigen armoede.’

Waar zou je beginnen om het anders te organiseren?

‘Bij de basisbanen. De overheid verantwoordelijk maken om mensen in de bijstand, die graag willen werken, van een baan én een minimumloon voorzien. De gemeenten Amsterdam, Den Haag, Heerlen en Groningen zijn hier al mee bezig. In Groningen worden dit jaar veertig basisbanen gecreëerd en wij evalueren dit proces en de opbrengsten vanuit het lectoraat. Hier heb ik heel positieve verwachtingen van. De structuur van een baan en de sociale contacten en het psychisch welbevinden die een baan met zich meebrengen, houden mensen aan boord.’

Evelien Vos is redactielid van Socialevraagstukken.nl.

Louis Polstra is lector Arbeidsparticipatie aan de Hanzehogeschool Groningen en projectleider van de Werkplaats Sociaal Domein Noord.