Van Volkskrant.nl van 4 december 2017:

350 pakketsorteerders eisen een nabetaling van 5 miljoen euro van PostNL. Zij werken bij PostNL via een schijnconstructie, blijkt uit een rapport van de Inspectie SZW. Daardoor lopen zij elke maand honderden euro’s mis. Vakbond FNV sleept PostNL voor de rechter als het bedrijf niet binnen twee weken over de brug komt met de 5 miljoen euro.

De 350 Polen, Portugezen en Nederlanders sorteren in de avond- en nachturen Sinterklaascadeaus, Bol.com-bestellingen en andere pakketjes in de PostNL-depots in Amersfoort, Goes en Waddinxveen. Daarvoor verdienen zij net iets boven het minimumloon, terwijl zij eigenlijk betaald zouden moeten krijgen volgens de cao van PostNL. Maar PostNL huurt de pakketsorteerders in via het uitzendbureau In Person, waardoor ze betaald krijgen als goedkopere uitzendkrachten. Dankzij deze constructie bespaart PostNL jaarlijks 1 miljoen euro aan loon, vakantiegeld, pensioen en toeslagen, becijfert FNV.

Minimumloon

De Inspectie SZW concludeert in een onderzoek dat PostNL en In Person de wet overtreden. Zij zouden de uitzendkrachten minstens even veel moeten betalen als werknemers van PostNL, omdat zij precies hetzelfde werk doen, concludeert de Inspectie. De bv van In Person die de pakketsorteerders levert aan PostNL bestaat alleen ‘op papier’, aldus het rapport.

‘Via een constructie met een leeg uitzend-bv’tje dat zichzelf inhuurt, ontneemt PostNL deze werknemers al hun rechten’, vindt FNV Flex-bestuurder Mariëtte van der Neut. ‘Geen enkele sorteerder is in dienst van het bedrijf en mensen sjouwen 800 pakketten per uur voor het minimumloon. Ze maken lange nachten voor weinig geld.’

Reactie PostNL

PostNL wijst in een reactie naar In Person. ‘De betreffende pakketsorteerders zijn in dienst bij In Person. Wij verwachten van onze onderaannemers dat zij hun zaken goed op orde hebben.’ PostNL zegt verder de FNV-eis van 5 miljoen euro nog te bestuderen. In Person wil niet reageren. ‘Wij zijn in gesprek met FNV en zolang dat gesprek loopt, vinden we het niet kies om de inhoud te delen met de buitenwereld.’