Van volkskrant.nl van 20 november 2020:

Woensdag werd in de Tweede Kamer een motie aangenomen om een stichting met een bijzondere armoede-aanpak financieel te steunen. Deze aanpak is in Noord-Nederland al succesvol: het haalt mensen uit de bijstand, biedt hun een opleiding en begeleidt ze naar een baan.

Johan was al vier jaar zijn baan kwijt, maar hij wist niet dat hij een uitkering kon aanvragen. Schaamte zat hem in de weg. Die mensen van de gemeente, met hun sjieke taal, die vertrouwde hij niet. Tot Karin voor zijn deur stond. Zij vloekte mee als hij vloekte. En ze vertelde over haar eigen leven. Vervolgens regelde ze binnen een week dat hij zijn huis niet werd uitgezet en in de schuldhulpverlening terecht kwam.

Karin van Iterson (58) is ervaringswerker bij de Drentse gemeente Westerveld. Ze had vroeger schulden en helpt nu mensen die in dezelfde situatie zitten. ‘Ik ken de pijn, het wantrouwen. Ik geloofde wat mijn ex jarenlang tegen me had gezegd: dat ik nergens goed voor was.’ Collega Saskia Lutgert van de schuldhulpverlening in Assen heeft gezien hoe dat in haar voordeel werkt: ‘Ze kan mensen veel beter bereiken. Waar wij drie weken over doen, dat krijgt zij vaak in een paar dagen voor elkaar.’

In armoedebestrijding wordt te vaak over mensen gepraat en te weinig met ze, aldus Famke ten Brinke. Ze is als initiatiefnemer van het project Sterk uit Armoede betrokken bij het binnenhalen van ervaringsdeskundigen bij Noord-Nederlandse gemeenten. Het idee is om kansenongelijkheid aan te pakken door mensen uit de bijstand te halen, een speciale opleiding te laten volgen en te begeleiden naar een baan bij een instantie die andere mensen in armoede helpt. Twee vliegen in één klap: mensen komen uit de bijstand én instanties krijgen werknemers met kennis die je niet uit boeken kunt leren.

En dat is nodig, want voor kinderen uit arme gezinnen is het moeilijk om op te klimmen, zo bleek onlangs uit onderzoek van de Volkskrant in samenwerking met de Erasmus School of Economics.

Ten Brinke begon in 2014 met het opleiden van mensen in Oost-Groningen. Inmiddels werkt ze met de meeste gemeenten in Drenthe en Groningen samen. Ruim de helft van de bijna vijftig mensen die de opleiding volgden, heeft nu een betaalde baan. In de jeugdzorg, reclassering, schuldhulpverlening of in het onderwijs of wijkteams, zegt Ten Brinke.

Zelfregie

‘Wie er kan meedoen? Iedereen die in de bijstand zit en ooit gekwetst of getraumatiseerd is geraakt, en daardoor wordt belemmerd in zijn functioneren’, vertelt docent en acteur Martin Pragt, die zelf ook in armoede opgroeide. ‘In het begin zijn mensen angstig of juist kwaad op de wereld. We leren ze zelfregie. Het gaat er heftig aan toe op de opleiding: er zijn conflicten, sommigen gaan in therapie. Ze moeten veel aan zichzelf werken.’

Van Iterson herkent dit. Vroeger zijn er met haar stiefvader ‘vervelende dingen gebeurd’. Haar leven stond daarna in het teken van foute keuzes en overleven. ‘Ik ging om met de verkeerde mensen, mijn relaties waren slecht.’ Toen ze in 2011 haar baan bij een drogist verloor, raakte ze in de schulden.

Op de opleiding werd ze gestimuleerd haar gedrag te beoordelen en aan te pakken. ‘Je stelt jezelf vragen als: wat gaat er nou altijd mis? Dat je je gedrag verandert, is erg belangrijk als je wilt gaan werken.’ Dat ging met vallen en opstaan, vertelt ze. Grijnzend kijkt ze naar haar collega: ‘Daar kan Saskia over meepraten, zij weet hoe ik binnenkwam’. Haar collega lacht. En zegt: ‘Karin neemt geen blad voor de mond. Maar dat zijn we juist gaan waarderen.’

Facebookgroepen

Ook bij de gemeente Meppel zien ze de meerwaarde van ervaringswerkers. Miranda de Haas (49) is er sinds januari in dienst. Een van haar bijdragen: een boekje waarin mensen alle hulp kunnen vinden die er beschikbaar is; van instanties maar ook van fondsen en zelfs Facebookgroepen. Het was een groot succes, vertelt haar collega Diana Glastra: ‘Zelfs professionals vertelden dat zij van het bestaan van bepaalde hulp niet af wisten.’

De kansenongelijkheid in Nederland groeit, ziet docent Pragt. En daarmee het wederzijdse onbegrip. ‘Veel hulpverleners begrijpen het gedrag van mensen in nood niet. Onze ervaringswerkers wel, zij kunnen vertalen, beide kanten op.’

Werken met ervaringsdeskundigen is betrekkelijk nieuw. Het is komen overwaaien uit de geestelijke gezondheidszorg, vertelt Monique Kremer, bijzonder hoogleraar actief burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Mooi aan dit project is dat het mensen uit de bijstand het broodnodige zelfvertrouwen geeft en zelfs vaak een betaalde baan. Bovendien: als we de kennis van ervaringsdeskundigen en professionals samenbrengen, kan dat leiden tot structureel betere hulp aan mensen die het nodig hebben. De ervaringsdeskundigen geven fundamentele kritiek op de gebrekkige armoede-aanpak.’

Voetbalschoenen

‘Er wordt veel geld gegeven aan arme kinderen, voor een fiets of voetbalschoenen, maar daarmee los je de problemen niet op’, zegt Pragt. ‘Het is goed dat het gebeurt, hoor’, zegt projectleider Ten Brinke, ‘want dat is natuurlijk ook nodig. Maar het is minder duurzaam dan wat wij proberen te doen. Kinderarmoede kun je beter aanpakken door de ouders te helpen. Zo doorbreek je dat armoede generatie op generatie wordt doorgegeven.’

Het viel tot nu toe niet mee om dit project duurzaam te maken, vertelt Ten Brinke. Door de motie is ze nu toch optimistisch. ‘Hiermee wordt ons bestaansrecht bevestigd. We hopen dat dit betekent dat er structureel geld komt om het project duurzaam te maken, landelijk te verspreiden én om alle ervaringswerkers een betaalde baan te bieden.’

Sommige collega’s zien de ervaringswerkers als bedreigend, vertelt Van Iterson. ‘Als iemand je op de vingers kijkt die het zelf heeft meegemaakt.’ Dat is lastig, want hoewel de intentie meestal goed is, leven mensen bij instanties in een andere wereld dan de mensen die ze helpen. ‘Het lukt ze niet altijd echt te luisteren naar de mensen en zich in hen te verplaatsen. Pas hoorde ik collega’s praten over ‘weer zo iemand die te veel had gekocht bij Wehkamp’. Haar gezicht betrekt. ‘Daar zeg ik dan wel wat van, ja.’ Ze is even stil. ‘Maar wel netjes. Ik heb geleerd dat het dan beter aankomt.’

Johan is een gefingeerde naam.