Van Follow the Money

Nederland doet het goed op de lijstjes van welvarendste en gelukkigste landen ter wereld. Maar deze scores geven slechts een deel van de werkelijkheid weer: die van mensen met geld. Wat als je geen geld hebt? In een vijfdelige serie gaat Tonie Broekhuijsen in op wat armoede is en wat het betekent om arm te zijn. Vandaag het tweede deel: ‘Er zit een verkeerde prikkel in het toeslagensysteem.’

Rechtenstudenten leren dat er twee soorten grondrechten bestaan: de klassieke grondrechten en sociale grondrechten. Klassieke grondrechten zijn het kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod. De sociale grondrechten zijn in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw vastgelegd. Denk aan het recht op werk, huisvesting en onderwijs. De sociale grondrechten kunnen we niet afdwingen, zoals dat wel bij de klassieke grondrechten mag en kan: die vereisen actief optreden van de overheid. Het zijn zogenaamde zorgplichten of instructienormen; ze dragen de overheid op om ervoor te zorgen dat er sociale gerechtigheid heerst en dat burgers zich voldoende kunnen ontplooien. Deze sociale grondrechten zijn in 1983 in de grondwet opgenomen. Ze zijn te vinden in de artikelen 19 tot en met 23. De sociale grondrechten zijn onder meer afgeleid van het Europees Sociaal Handvest, waarin bijvoorbeeld ook het recht op staken is opgenomen.

Vanaf de jaren tachtig en negentig is in Nederland voor een politiek bestuur gekozen dat op alle sociale maatregelen heeft bezuinigd en geprobeerd sociale rechten ‘om te buigen’ of ‘te vereenvoudigen’. In gewoon Nederlands: wegbezuinigd. Kim Putters, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), verwoordt dat als volgt in een interview aan De Groene Amsterdammer: ‘De mensen moeten erop kunnen rekenen dat de overheid er voor hen is als dat nodig is. Dat is de grondgedachte achter het sociaal contract. Nu al decennialang vertelt de overheid daarentegen wat zij vooral niet meer van plan is te doen.’

‘De mensen moeten erop kunnen rekenen dat de overheid er voor hen is als dat nodig is’

In zijn pamflet Groter denken, kleiner doen uit 2018 schrijft minister van Staat Herman Tjeenk Willink dat het streven naar een kleinere en goedkopere overheid die tegelijkertijd ook beter zou zijn, voor burgers een tegengesteld effect heeft gehad: ‘Meer regels, meer formulieren, meer controle, meer kosten. En niet beter. De verdeling van de zogenoemde brede welvaart is ongelijk (CBS), maatschappelijke scheidslijnen zijn hardnekkiger en groter geworden (SCP), 30 procent van de bevolking is pessimistisch over de toekomst en het gevoel er niet bij te horen is onder Turkse en Marokkaanse Nederlanders gegroeid. Dat alles tast het vertrouwen in de democratische rechtsorde aan. Was dat de bedoeling van de BV Nederland?’ Tjeenk Willink concludeert dat de overheid allang niet m

Gulle gevers

Er zijn veel mensen in Nederland die zichzelf niet zo makkelijk staande houden als de overheid wil en verwacht. Neem de 2,5 miljoen laaggeletterden die ons land telt: ruim 1 op de 7 Nederlanders. Dit zijn mensen die grote moeite hebben met lezen, schrijven en rekenen. Vaak zijn ze niet erg bedreven in het werken met computers en smartphones. Even iets snel opzoeken op internet lukt niet. Net als het invullen van digitale formulieren van de overheid, een DigiD aanvragen of een e-mailtje naar een bedrijf of instelling sturen. De Nationale ombudsman constateert in het jaarverslag over 2018 dat het niet alleen ‘de kwetsbaarste mensen zijn, die vastlopen bij overheidsinstanties. Protocollen en procedures staan goede dienstverlening in de weg. Diensten worden verder weg van de burger georganiseerd, loketten verdwijnen en het wordt steeds lastiger om een echt mens aan de lijn te krijgen.’

Maar je bent als arme wel afhankelijk van die terugtrekkende overheid, omdat je van een minimuminkomen niet kan rondkomen. Je moet bij de overheid toeslagen aanvragen. Huurtoeslag. Zorgtoeslag. Kinderopvangtoeslag. En naast de kinderbijslag heb je ook nog het kindgebonden budget – een inkomensafhankelijke bijdrage in de kosten van kinderen. Al deze toeslagen kun je via de website van de Belastingdienst aanvragen, maar uitsluitend met een DigiD en een e-mailadres. Het aanvragen van al die verschillende soorten inkomensondersteuning is behoorlijk ingewikkeld.

Als arme moet je overal in de rij staan om jezelf te laten beoordelen door de gulle gevers

Een onderzoek uit 2014 liet zien dat een aanvrager voor inkomensondersteuning 27 formulieren moet invullen. Bas Jacobs, econoom  en hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, pleitte eind 2019 voor vereenvoudiging van het toeslagenstelsel: ‘Mensen kunnen niet goed inschatten op hoeveel euro aan toeslagen ze recht hebben. Het systeem is te ingewikkeld. Ik heb laatst voor een vriendin exact proberen uit te rekenen op hoeveel huurtoeslag ze recht heeft. Om de exacte formule voor de huurtoeslag te achterhalen en de parameters uit de wetboeken, was ik meer dan een halve dag bezig. En ik ben hoogleraar openbare financiën. Kan je nagaan.’

Naast de overheid bestaat er ook nog een doolhof van particuliere initiatieven. Die zijn ongetwijfeld met de beste bedoelingen opgezet, maar kennen ook weer hun eigen regels en criteria. De Voedselbank, de LINDA.foundation, de Stichting Leergeld, en ga zo maar door. Als arme moet je overal in de rij staan om jezelf te laten beoordelen door de gulle gevers.

“Diensten worden verder weg van de burger georganiseerd, loketten verdwijnen en het wordt steeds lastiger om een echt mens aan de lijn te krijgen”

In de knel

Omdat de kosten voor levensonderhoud harder stijgen dan uitkeringen en lonen, komen steeds meer mensen in Nederland financieel in de knel. Volgens Divosa, de vereniging van gemeentelijke directeuren van de Sociale Dienst, heeft op dit moment 1 op de 5 huishoudens problematische schulden. Dat zijn 1,5 miljoen huishoudens. Mensen die in de schuldhulpverlening terecht komen, hebben gemiddeld een schuld van 40.000 euro. En dan zijn er ook nog eens 1,2 miljoen huishoudens met schulden die geen gebruik maken van schuldhulpverlening.

De grootste schuldeiser is de Rijksoverheid, in de gedaante van de Belastingdienst, het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) en de Dienst Uitvoering Onderwijs, beter bekend als DUO. Zorgverzekeraars, woningbouwcorporaties en incassobureaus staan eveneens in de top tien. Opvallend is ook de toename van het aantal incassobureaus dat in schulden handelt.

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid constateerde in 2017 al dat de zelfredzaamheid van de burger ook grenzen kent. Het toeslagensysteem van de Belastingdienst is gecompliceerd. Als je jarenlang onterecht een toeslag hebt ontvangen, moet je dat vroeg of laat aan de Belastingdienst terugbetalen. Met een laag inkomen gaat dat niet. Dan heb je dus een schuld.

Mensen die in de schuldhulpverlening terecht komen, hebben gemiddeld een schuld van 40.000 euro

Hoe verraderlijk die toeslagen kunnen zijn, bleek de afgelopen jaren door de toeslagenaffaire. Dankzij publicaties van RTL Nieuws en dagblad Trouw werd bekend dat de Belastingdienst toeslagen aan ouders voor kinderopvang zonder voorafgaande waarschuwingen had stopgezet. Deze ouders werden aangemerkt als fraudeurs en kwamen dankzij de terugvorderingen in ernstige financiële problemen. De Belastingdienst controleerde aanvragen van mensen met een dubbele nationaliteit extra kritisch. Vervolgens bleken achtereenvolgende bewindslieden op Sociale Zaken en Financiën niets te doen met signalen van Kamerleden, de Nationale ombudsman en de publicaties in de pers. Vanwege de keiharde opstelling van de Belastingdienst kwamen mensen daardoor in grote financiële problemen terecht. De Commissie Uitvoering Toeslagen, die onder leiding stond van Piet Hein Donner, minister van Staat en voormalig vicevoorzitter van de Raad van State, onderzocht begin 2020 de uitvoering van deze toeslag door de Belastingdienst, het ministerie van Financiën en het ministerie van Sociale Zaken. Ook deze commissie bleek niet alle informatie die boven water was gekomen, bekend te maken.

Na publicatie van het vernietigende eindrapport van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) viel het kabinet-Rutte III. Niet toevallig verschijnen er sinds die tijd steeds meer publicaties over de politieke aansturing en werkwijze van de Belastingdienst. Zo bleken zzp’ers die gebruik maakten van de zogeheten leenbijstand tot 2014 onterecht ontvangen toeslagen te moeten terugbetalen aan de Belastingdienst. Toen deze ‘maatregel’ in 2017 werd gerepareerd, oordeelde toenmalig staatssecretaris Eric Wiebes dat de regeling slechts met terugwerkende kracht tot 2014 hoefde te worden aangepast. Gevolg: duizenden zzp’ers vielen buiten de boot en bleven met schulden zitten.