Van volkskrant.nl van 13 mei 2019:
Bijna 15 duizend alleenstaande ouders in de bijstand – bijstandsmoeders in de volksmond – hebben zichzelf de laatste vier jaar uit de uitkering gewerkt. In 2015 maakte het kabinet-Rutte II werken lonender door een streep door meerdere oudersubsidies te zetten. De groep alleenstaande bijstandsouders is sindsdien geslonken van 87 duizend naar 72 duizend. Dit scheelt gemeenten jaarlijks ruim 200 miljoen euro.
Een eerdere dusdanige uitstroom van het aantal ‘bijstandsmoeders’ kan hoogleraar arbeidsmarkt Ton Wilthagen (Universiteit Tilburg) zich niet herinneren. Tussen 2008 en 2015 groeide het aantal bijstandsouders juist gestaag en liep de rekening voor de staatskas op. De ‘bijstandsmoeder’ werd een begrip in het maatschappelijk debat. Ze was zowel slachtoffer, symbool van armoede, als profiteur, gevangen in een gouden kooi van sociale zekerheid.
Wilthagen: ‘Ik denk dat dit het effect is van het lonender maken van deeltijdwerk in combinatie met de opgeleefde economie.’
De vorige regeringscoalitie verenigde afkeer van uitkeringen (VVD) en zorg voor de onderkant (PvdA) in één regeerakkoord. Het compromis van VVD-leider Mark Rutte en toenmalig PvdA-leider Diederik Samsom: werken moest lonen en de armsten moesten worden ontzien.
PvdA’er Lodewijk Asscher bouwde als minister van Sociale Zaken negen subsidies voor ouders om naar vier. De maatregelen gingen in per 2015. De groep alleenstaande ouders in de bijstand is sinds december 2014 met 17 procent gedaald.
Voorheen leverden bijstandsmoeders duizend euro in als zij vier dagen per week gingen werken, berekende minister Asscher in zijn wetsvoorstel. Vanwege het loon vervielen allerlei aanvullende regelingen. Deze zogeheten armoedeval weerhield alleenstaande bijstandsouders van solliciteren. Asscher zette het mes in de kindregelingen en voerde een inkomensafhankelijk extraatje in voor ouders. Met die toeslag op hun loon werd werken, ook in deeltijd, lucratiever dan de uitkering.
Wal en schip
De ingreep kende ook een keerzijde. Een kleine groep vrouwen viel tussen wal en schip omdat de Belastingdienst voor de nieuwe kindregelingen een scherpere definitie hanteerde van de alleenstaande ouder. ‘Als een vrouw nog ergens een man had, in de gevangenis bijvoorbeeld, was ze voor de Belastingdienst geen alleenstaande ouder en kreeg ze dus minder ondersteuning’, zegt Else Roetering van de Landelijke Cliëntenraad.
Maar het beleid van Rutte II heeft vooral een positief effect gehad op het aantal bijstandsmoeders, constateert vereniging Divosa in een rapport dat maandag verschijnt. De vereniging die gemeenten ondersteunt bij sociaal beleid deed onderzoek naar bijstandsontvangers met parttime werk. De groep alleenstaande ouders bleek sinds 2015 te krimpen terwijl alleenstaanden zonder kinderen en stellen tot halverwege 2017 bleven groeien. ‘De oorzaak is waarschijnlijk de Wet Hervorming Kindregelingen per 2015 (die van de negen subsidies vier maakte, red.). Wie werkt, houdt na de hervormingen meer over dan daarvoor het geval was.’
Vorig jaar concludeerde Sociale Zaken al voorzichtig dat de operatie was geslaagd. ‘De financiële prikkel om te gaan werken staat de goede kant op’, schreef het ministerie in een evaluatierapport. Maar meer factoren speelden waarschijnlijk een rol, stelden de ambtenaren. Ook de Participatiewet, die eveneens in 2015 inging, had gevolgen voor de bijstand. Mensen die samenwoonden (bijvoorbeeld met hun volwassen kinderen) werden gekort op hun uitkering. Dit was eveneens een prikkel om op zoek te gaan naar een baan.
Drempel blijft groot
Zowel Divosa als de Landelijke Cliëntenraad stellen dat het nog aantrekkelijker kan worden gemaakt om te werken. De drempel om te gaan werken vanuit de bijstand blijft groot, ook nu (deeltijd) werk meer oplevert. Het verrekenen van het loon met de uitkering veroorzaakt veel onzekerheid, zegt Roetering van de Landelijke Cliëntenraad. ‘Dat is buitengewoon ingewikkeld en leidt vaak tot navorderingen. Als je een jaar wat meer hebt verdiend, heeft dat ook effect op de zorg- en huurtoeslag, en krijg je gezellig in de zomer een vordering van de Belastingdienst.’
Ook Divosa roept gemeenten op om het verrekenen eenvoudiger te maken voor bijstandsontvangers. De circa 40 duizend mensen die vanuit de bijstand parttime werken zitten volgens de belangenclub in ‘een wiebelbootje’. ‘Ze hebben te maken met de onzekerheid van verschillende inkomstenbronnen, verschuivende toeslagen en complexe technieken om inkomsten te verrekenen.’