Geacht College,

De Cliëntenraad Werk & Inkomen heeft met belangstelling kennis genomen van het coalitieakkoord van GroenLinks, PvdA, D66 en ChristenUnie, getiteld ‘Gezond, Groen, Gelukkig Groningen’.

In het akkoord staan veel mooie intenties, veel mooie plannen en ideeën, om tot een inclusieve samenleving te komen, een samenleving waarin ‘we willen dat iedereen binnen onze gemeente de kans krijgt om mee te doen, zich gezien weet en zich thuis voelt’.

Op zich is dat geen nieuwe constatering. Ook voorgaande collegeperiodes werden vergelijkbare voornemens uitgesproken en zijn ook stappen in die richting gezet.

De nieuwe, grotere, gemeente Groningen is op diverse terreinen ‘booming’, zo valt te lezen. Groningen is aantrekkelijk, er is vooruitgang, innovatie, op onderdelen is Groningen leidend. Dat is de mooie en aantrekkelijke kant van de leefkwaliteit in onze gemeente. Het economische tij zit mee.

Tegelijk wordt geconstateerd dat een groot deel van de Groningse samenleving daar niet van profiteert, daar niet aan deelneemt: ‘Aan de andere kant zien we mensen die het zwaar hebben. Lastig passend werk kunnen vinden en moeite hebben de eindjes aan elkaar te knopen’. En dat landelijke regelgeving en bijbehorende bezuinigingen het niet makkelijker maken.

Als we kijken naar de mensen waarvoor de Cliëntenraad Werk & Inkomen zich sterk maakt, lezen we al in de inleiding van het akkoord in vooral spoor 1 en 3 veel goede en mooie voornemens:

  • ‘We willen op weg naar een armoedevrije generatie (…) de overdracht van armoede van ouder op kind doorbreken.’
  • ‘Problematische schulden behoren wat ons betreft op termijn tot het verleden.’
  • ‘We stellen bij deze ambities de mens centraal: niet de regels maar dat wat nodig is, is leidend.’
  • ‘We willen onze bewoners in staat stellen een negatieve spiraal van armoede te doorbreken en isolement voorkomen, voor zichzelf en voor hun kinderen.’

In de inleiding staat onder meer deze passage over de persoonlijke kwaliteit van leven en de rol van de gemeente:

(….) onze persoonlijke kwaliteit van leven wordt bepaald door tal van factoren tegelijk: onze relaties, onze gezondheid, onze woning en omgeving, onze mogelijkheden om in ons levensonderhoud te voorzien.

Die persoonlijke kwaliteit van leven is leidend in onze benadering van het gemeentelijk beleid. Dat betekent dat we de traditionele sectorale benadering van overheden en instanties willen doorbreken en essentiële verbindingen willen maken tussen verduurzamen, woningbouw, gezondheid, welzijn en groen.

Hoewel ‘werk en inkomen’ niet in het laatste deel van deze passage als zodanig worden benoemd, is voor het voor de Cliëntenraad vanzelfsprekend dat de persoonlijke kwaliteit van leven vooral beïnvloed wordt door de mate waarin mensen grip en regie hebben over hun eigen inkomsten om aan hun leven ook de kwaliteit te geven die we een ieder wensen.

Aan de hand van een aantal thema’s lopen we het akkoord verder bij langs.

Bejegening

Al een aantal jaren is de gemeente richting werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden in de omslag van ‘wantrouwen naar vertrouwen’. We zien in het akkoord dat deze lijn wordt doorgezet en verder wordt geïntensiveerd. Dat verheugt ons. Tegelijk constateren we dat de ingezette lijn (nog) niet op alle fronten al evengoed is ingevoerd; in de praktijk gaat er toch nog vaak wat mis. Vast niet uit onwil, maar het baart ons zorgen of het gemeentelijk apparaat tot in alle geledingen al is doordrongen van deze cultuuromslag en op die wijze de inwoners bejegent.

Werk

We zijn positief over de basisbanen. Het is weliswaar een experiment voor vier jaar met alle risico’s van dien zoals we die ook kennen van andere, tijdelijke, maatregelen, toch geeft het voor langere tijd werk- en inkomenszekerheid. We vinden en hopen dat dit type maatschappelijk nuttige en belangrijke werkzaamheden blijvend worden erkend en dan ook blijvend worden ingevuld. We zijn dan ook benieuwd naar de plannen voor een oplossing op lange termijn. Fatsoenlijk loon is in onze ogen wettelijk verplicht loon, een voorwaarde niet alleen om fatsoenlijk te kunnen rondkomen, maar ook als erkenning van die maatschappelijk belangrijke werkzaamheden.

We zijn ook positief over het voorgestelde nieuwe werkprogramma om op korte termijn duidelijkheid te krijgen over de arbeidsmarktkansen van elke bijstandsaanvrager. Dat biedt de kans om op individueel niveau maatwerk te leveren, geeft mensen eerder zekerheid over wat ze van de gemeente mogen verwachten, welke stappen gezet worden.

Of en hoe dit de ‘onnodige instroom in de bijstand voorkomt’ zoals op pagina 19 staat, is ons niet duidelijk. Het werkprogramma begint toch met mensen in de bijstand? Het recht op bijstand is toch niet afhankelijk van dat werkprogramma?

We begrijpen dat de focus op werk vooral gericht is op mensen die van de gemeente afhankelijk zijn; elke uitkering minder is er één. Als het gaat om de persoonlijk kwaliteit van leven voor hen die geen uitkering hebben maar wel (graag) aan het werk willen (zoals nuggers), zouden we graag zien dat de gemeente inzichtelijk maakt welke maatregelen er voor deze groepen zijn.

Re-integratie

Het voorgestelde Ontwikkelhuis krijgt een cruciale rol bij scholing en re-integratie. Dat biedt volop kansen voor maatwerk, voor afstemming op de individuele situatie. Maatwerk betekent dat een oplossing voor de cliënt gezocht wordt. In de huidige praktijk zien we dat een deel van de re-integratie-instrumenten omgekeerd werkt; er is werk waarvoor iemand wordt aangezocht maar lang niet altijd wordt bekeken of dat werk ook geschikt maatwerk is voor deze persoon. We hebben in dit kader onze bedenkingen geuit over ‘flextensie’, dat niet uitgaat van de behoefte van de individuele persoon en daarnaast ook geen oplossing biedt aan de problematiek van ‘wisselende inkomsten’ zoals werd voorgespiegeld. Van fatsoenlijk werk met opbouw van arbeidsrechten is hier geen sprake.

We zouden graag zien dat het college komt met een protocol ter voorkoming van verdringing en werken zonder loon, in de lijn van de gemeenten als Den Haag en Delft.

In de bouw (zeker in het kader van het opstapel staande projecten in de stad en regio), de zorg en het onderwijs is op het moment een groot tekort aan vakmensen.

We zouden dan ook graag zien dat de gemeente mensen actief ondersteunt en de mogelijkheid biedt

tot het volgen een vakopleiding met een baangarantie of het minimaal behalen van certificaten om de gaten op de arbeidsmarkt te vullen.

Inkomen

We kunnen instemmen met het doorgaan van experimenten zoals ‘Bijstand op Maat’. Voor ons blijft van belang dat er onderscheid is in hoe en in welke hoedanigheid de cliënt wordt benaderd. In hoeverre een aanpak zoals in het Ontwikkelhuis wordt voorgesteld geheel in lijn is met bijvoorbeeld de aanpak zoals van ‘Kansen in Kaart’ – dat inmiddels in de werkwijze is geïmplementeerd – zal de praktijk moeten uitwijzen. We blijven dit met grote interesse volgen.

Armoedebeleid

De Cliëntenraad kan zich vinden in het stoppen met de visie rond de pijlers ‘Vliegwiel, Verbinden en Vangnet’. Aan de hand van deze pijlers kwam slechts een zeer beperkt deel van de middelen bij de doelgroep terecht. De afgelopen collegeperiode heeft er helaas onvoldoende bijgedragen dat er minder Groningse kinderen in armoede zijn komen te leven.

We kunnen dan ook instemmen de door het college beoogde brede en intensieve aanpak van armoede, met als ambitie te komen tot een armoedevrije generatie. Een aanpak die is gebaseerd op drie pijlers: de basis op orde, kansen bieden en activeren naar werk.

Mensen in onze stad die aangewezen zijn op ondersteunende voorzieningen om het hoofd boven water te houden verdrinken in de wirwar aan projecten en voorzieningen. De Cliëntenraad pleit er al jaren voor dat er voor alle voorzieningen één loket komt, zowel digitaal als fysiek. Met name een fysiek loket op neutraal terrein is van groot belang, aangezien veel mensen zich niet veilig voelen bij WIJ-locaties door een gebrek aan privacy en directe lijnen. Ook hebben teveel mensen er moeite mee dat ze in de eigen wijk de drempel van WIJ over moeten en daar, door buurtgenoten die dat zien, op aangesproken kunnen worden.

Bij het activeren naar werk is het wenselijk dat er vanuit werkervarings- en opleidingsplekken er gestreefd wordt naar baangarantie met inkomen boven de armoedegrens.

In dit verband verwijzen we ook naar de groter wordende groep ‘werkende armen’, mensen met een laag inkomen die toch net niet meer in aanmerking komen voor kwijtschelding op bepaalde voorzieningen. De groep wordt niet alleen groter, maar ook meer divers van samenstelling. Voor deze groep loont werken niet tot nauwelijks. (*)

Gezondheid

De rol van (on)gezondheid bij het zoeken naar werk, naar het omgaan met schulden, naar omgaan met armoede, is de laatste jaren steeds duidelijker geworden. Dat stress vanwege deze omstandigheden niet weggenomen wordt door een stringente aanpak, maar ook – vanuit de gemeente – meer aandacht komt voor wat deze omstandigheden teweegbrengen, is een ontwikkeling die we toejuichen. Een aanpak als ‘Mobility Mentoring’ zal niet voor iedereen even goed werken en/of de juiste aanpak zijn, maar een verdere verdieping in de psyche van mensen die dagelijks (soms letterlijk) aan het overleven zijn, kan naar onze mening alleen maar positief uitpakken.

Digitalisering & Taalontwikkeling

In het akkoord is sprake van bestrijding van digitale laaggeletterdheid. Veel zaken zijn en worden door de gemeente verder gedigitaliseerd. Uiteraard juichen we de initiatieven toe dat mensen zoveel mogelijk (hun) zaken digitaal kunnen regelen. Doordat meer mensen hun zaken met de gemeente digitaal regelen, komt er bij het personeel ruimte vrij. We pleiten er voor dat ze niet worden wegbezuinigd, maar dat de hierdoor vrijgekomen tijd wordt besteed aan de mensen voor wie, ondanks de inzet, de digitale wereld een raadsel zal blijven.

Naast de digitale laaggeletterdheid is ook de verbale taalontwikkeling een belangrijke factor, ook bij het vinden van werk. De huidige scholingsprogramma’s zijn vooral gericht om op basisniveau de vaardigheden op te doen, maar in de kenniseconomie is dat onvoldoende. We zijn benieuwd of er ook programma’s ontwikkeld worden op een iets hoger niveau.

 

Met vriendelijke groet,

De Cliëntenraad Werk & Inkomen Groningen,

 

Hans Alderkamp

(Voorzitter a.i.)

 

I.a.a. De Raadscommissie Werk en Inkomen

(*) zie: Als werk weinig opbrengt; Werkende armen in vijf Europese landen en twintig Nederlandse gemeenten’ (SCP-studie; oktober 2018)