T.a.v.Mevrouw Jongman
Datum:17 november2019
Onderwerp: Bezwaar tegen de voorgestelde verlaging van het pgb-tarief informele zorg in de “Verordening maatschappelijke ondersteuning Groningen 2020”
Geacht college, geachte mevrouw Jongman,
De Cliëntenraad Werk en Inkomen maakt bezwaar tegen de voorgenomen loonsverlaging in het raadsvoorstel “Verordening maatschappelijke ondersteuning Groningen 2020” aangaande de pgb-tarieven voor informele ondersteuning. Het college stelt in haar “Verordening maatschappelijke ondersteuning Groningen 2020” voor het pgb-tarief bij informele ondersteuning
de zorgverlener niet langer als volwaardige hulpverlener te kwalificeren en daarbij loonsverlaging door te voeren, door het salaris van de zorgverlener te kwalificeren als een tegemoetkoming. Er zijn meerdere argumenten waarom het salaris van informele ondersteuning van zorgverleners niet verlaagd dient te worden:
- De informele zorgverlener verricht precies het zelfde zware werk als haar/zijn collega die als zzp-er of via een zorgorganisatie huishoudelijke hulp verricht. Een college heeft in 2014 het uurtarief informele zorg van €18,78 naar €15,04 teruggebracht, met als argumentatie dat het uurloon van een hulp in de informele zorg gelijk getrokken moest worden met het brutoloon van een hulp die in dienst was bij een zorgaanbieder. Het is dan ook vanzelfsprekend dat een college, dat het motto “de burger staat centraal” in haar college programma heeft opgenomen, staat voor gelijk brutoloon voor gelijk werk.
- De informele zorgverlener is in loondienst van de PGB-houder. Het college verwacht met haar nieuwe verordening dat de PGB-houder, haar/zijn zorgverlener een nieuw contract met loonsverlaging laat tekenen. Met het risico dat de PGB-er haar/zijn vertrouwenspersoon verliest.
- Voor de SVB als uitkerende instantie en de Belastingdienst is de zorgverlener in loondienst bij de PGB-houder en is er geen sprake van tegemoetkoming.
- Vrijwel ( zo niet ) alle mensen die een beroep doen op de informele ondersteuning Wmo zijn minima. Het zelfde geldt voor hun sociale netwerk, voor zover zij een sociaal netwerk hebben.In de praktijk zijn de informele zorgverleners zelf ook minima die door hun zorgverlening de armoedegrens net zouden kunnen overschrijden. Mensen die het minimumloon door andere werkzaamheden verdienen, werken met het huidige tarief al onder het minimumloon en/of lopen een deel van hun toeslagen mis.
- De berekening van het tarief van het brutoloon dat de gemeente in deze hanteert is gebaseerd op een betrekking van 36 uur. Het gaat hier om zorgverleners die parttime zwaar werk verrichten. Het rijk rekent bijvoorbeeld voor parttimers die arbeid verrichten voor de Wlz. een hoger tarief. Dit zou moeten betekenen dat parttimers die informele ondersteuning leveren zeker na jaren volle inzet geen tweede loonsverlaging verdienen.
- Informele zorgverleners zijn vrijwel altijd minima, die rond of onder de armoedegrens leven. Voor anderen is het niet financieel aantrekkelijk om het zware huishoudelijke werk te verrichten.
- De informele zorgverlener is niet verzekerd voor ziekte, krijgt bij ziekte niets uitbetaald, krijgt geen begeleiding van de arbodienst en krijgt geen parkeer-of reiskosten vergoeding.
- Het tarief van de informele zorgverlener is de afgelopen vanaf 2017niet geïndexeerd.
- Zowel de PGB-houders, alsook de informele zorgverleners, zijn in deze niet geraadpleegd en op de hoogte gesteld van het voornemen van het college om het tarief voor informele zorg te verlagen.
Dit alles overwegende kan de Cliëntenraad maar tot maar één conclusie komen. Het collegevoorstel tot verlagen van het tarief informele zorg PGB is onwenselijk en moet worden ingetrokken.
Met vriendelijke groet,
Hans AlderkampVoorzitter a.i. Cliëntenraad Werk en Inkomen
I.a.a.:Aaldert van Lingen
Stadadviseert
ASD Haren
ASD Ten Boer