Van trouw.nl van 2 maart 2021:

Laat mensen in de bijstand niet langer boeten voor kleine foutjes, zeggen zes partijen in de Tweede Kamer. Dinsdag komen ze met een initiatiefwet die de regels voor de bijstand menselijker moet maken. ‘Wethouders kunnen kijken naar de specifieke situatie’, zegt mede-initiatiefnemer Eppo Bruins.

Gemeenten hoeven bij een fout of een vergissing geen bijstand terug te vorderen of een boete op te leggen. Een initiatiefwet van zes partijen – een meerderheid in de Tweede Kamer – regelt dat wethouders ‘de menselijke maat’ mogen toepassen. “Een kleine fout kan nu tot schrijnende situaties leiden”, zegt ChristenUnie-Kamerlid Eppo Bruins.

De ChristenUnie kondigde het initiatief in januari aan; dinsdag wordt de wet gepubliceerd, zodat allerlei organisaties en gemeenten erop kunnen reageren. CDA, D66, GroenLinks, SP en PvdA schaarden zich er al achter, waarmee de kans groot is dat de wet wordt aangenomen, ook al is het de nieuwe Tweede Kamer die de wet behandelt, na de verkiezingen van 17 maart.

Een groot deel van de Kamer concludeerde eind vorig jaar dat de Bijstandswet menselijker moet, na commotie over een kwestie in Wijdemeren. Een vrouw in die gemeente moet 7000 euro terugbetalen, omdat haar moeder boodschappen voor haar deed. Het is een complexe zaak, waarover een rechtszaak loopt.

Wethouders voelen zich niet vrij om overtredingen door de vingers te zien

Door het initiatief van de zes partijen verandert de in 2015 ingevoerde Participatiewet. Die verplicht gemeenten om bijstand terug te vorderen, een boete op te leggen en het toekennen van bijstand te herzien als mensen een fout maken of geen gegevens aanleveren. Gemeenten mogen een beetje afwijken door bijvoorbeeld maar een deel van het geld dat is uitbetaald terug te eisen, maar de ruimte is zeer beperkt.

De kern van de verandering die de zes partijen voorstaan, is dat de verplichting om terug te vorderen of een boete op te leggen verdwijnt. In de initiatiefwet staat dat de gemeente een sanctie kán doorvoeren. Eppo Bruins zegt dat hij heel veel klachten krijgt van mensen in de bijstand, maar vooral van wethouders die niet de vrijheid voelen om kleine overtredingen van de regels door de vingers te zien. “Dat er iets broeit, is duidelijk. Afwijken van de regels kan nu met een dwingende reden, maar vraagt veel bestuurlijke moed. Daarom moet de Kamer helderheid bieden, zodat gemeenten altijd kunnen kijken naar de specifieke situatie van mensen.”

Aanpakken van fraude stond voorop

Achteraf is duidelijk dat de Tweede Kamer wetten goedkeurde die te streng zijn, zegt Bruins. In 2012 was er de Fraudewet en in 2014 de Participatiewet. Ook de ChristenUnie stemde daarmee in. Bruins: “Het was een tijd waarin het aanpakken van fraude voorop stond. Door de opeenstapeling kregen rechters het signaal: dit wil de politiek. Bij de kinderopvangtoeslag ging dat helemaal fout. De Belastingdienst beschuldigde ouders zonder bewijs van fraude en kreeg gelijk bij de rechter.” Door die affaire groeide het besef: ook in de Participatiewet zijn de regels hardvochtig.

Als de ene gemeente de regels strikter hanteert dan de andere, ontstaan er verschillen. Dat is niet erg, vindt Bruins. “Dat is een gevolg van de decentralisatie van de uitvoering van de bijstand naar de gemeenten. Wij moeten wethouders en gemeenteraden het vertrouwen geven dat zij hier verstandig mee omgaan. Gemeenten overleggen met elkaar en dan worden de verschillen niet al te groot. Omdat wij de wet aanpassen, gaan rechters er straks anders mee om en ontstaat nieuwe jurisprudentie.”

Vorige week nam de Tweede Kamer een motie aan van onder meer de SP, waarin staat dat mensen in de bijstand per jaar maximaal 1200 euro aan giften mogen ontvangen zonder een korting op hun uitkering. In Amsterdam mag dat al. Bruins noemt zijn initiatiefwet en de SP-motie “het begin van de benadering van mensen in de sociale zekerheid met meer vertrouwen in plaats van wantrouwen. Maar de balans moet niet naar de andere kant doorslaan: echte fraude moet worden aangepakt.”