van Binnenlands Bestuur van 5 november 2020

Wethouders van de G4-gemeenten zijn klaar met de kostendelersnorm, die volgens hen de woningnood verergert. Ze opperen verschillende alternatieven om de maatregel te vervangen.

Onding
Amsterdams wethouder Rutger Groot Wassink (sociale zaken, GroenLinks) wil er het liefst helemaal vanaf: ‘De kostendelersnorm is echt een onding. Het zet de bestaanszekerheid van mensen onder druk en bevordert ook dakloosheid.’ Zijn collega’s in Utrecht, Rotterdam en Den Haag willen ook van de kostendelersnorm af, blijkt uit een rondvraag. Naast afschaffing doen drie ideeën om de regel aan te passen de ronde.

Op straat
De kostendelersnorm verlaagt de uitkering van mensen die samen op één adres wonen. Het idee is dat zij immers de kosten van huisvesting kunnen delen, waardoor ze met minder geld toe kunnen. Maar volgens criticasters, zoals verschillende ombudsmannen en de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, zorgt de regel ervoor dat mensen hun huis niet kunnen delen met vrienden of familieleden die daardoor op straat komen te staan. Divosa, de vereniging voor gemeentelijk directeuren in het sociaal domein, schaarde zich onlangs achter die kritiek. In een brief aan het kabinet suggereerde de vereniging om de kostendelersnorm alleen toe te passen op de medebewoner, niet op de hoofdbewoner.

Medebewonersnorm
De gemeente Den Haag wil met het voorstel van Divosa aan de slag. Wethouder Bert van Alphen (sociale zaken, GroenLinks) is met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in gesprek over een experiment met de ‘medebewonersnorm’. Daarbij blijft de som van de uitkeringen voor hoofd- en medebewoner gelijk, maar valt de korting alleen bij de medebewoner. De hoofdbewoner gaat er dus niet op achteruit wanneer er iemand in komt wonen. De medebewoner ontvangt 30 procent van de echtparennorm (440 euro per maand).

27 jaar
Van Alphen ziet echter ook wel wat in het idee van zijn Rotterdamse collega Richard Moti (werk en inkomen, PvdA). Hij stelt voor om de kostendelersnorm, die nu geldt vanaf 21 jaar oud, pas in te laten gaan op 27-jarige leeftijd. ‘Jongeren van begin 20 zijn mogelijk nog niet helemaal zelfredzaam’, licht de gemeente Rotterdam toe. ‘Als de leeftijd verhoogd wordt tot 27 jaar, hebben ze langere begeleiding. Ouders worden/voelen zich dan niet gedwongen om hun kind te vragen het ouderlijk huis te verlaten en een eigen woning te zoeken. Dat heeft ook als positief gevolg dat het woningtekort niet verder oploopt.’

Uitzonderingen
De gemeente Utrecht pleit voor een ‘andere invulling’ van de kostendelersnorm. De gemeente steunt het idee van de medebewonersnorm, maar oppert ook een andere oplossing: meer ruimte voor maatwerk. ‘De beperkte mogelijkheid om bij de uitvoering van de kostendelersnorm binnen de Participatiewet uitzonderingen te maken, zorgt ervoor dat niet voor iedere situatie een passende oplossing is te bieden aan de betreffende inwoner.’

Willekeur
In principe biedt de Participatiewet ruimte om in bepaalde gevallen, bijvoorbeeld wanneer dakloosheid dreigt, van de kostendelersnorm af te wijken. In de praktijk gebeurt dat echter weinig. De gemeente Rotterdam liet aan online magazine Vers Beton weten dat de maatwerkoplossing veel van ambtenaren vraagt en mogelijk willekeur oplevert.

Bestaanszekerheid
Ook wethouder Groot Wassink, van Amsterdam, ziet maatwerk niet als oplossing. ‘Klinkt in theorie leuk, maar dat is best ingewikkeld. Ik ben echt voor generieke afschaffing, en anders opschorting tot 27 jaar.’ Het idee van een medebewonersnorm kan ook rekenen op zijn sympathie, met de kanttekening dat dat het probleem van dakloosheid misschien wel aanpakt, maar de bestaanszekerheid niet versterkt.

Partijkleuren
De verantwoordelijke G4-wethouders, die allemaal van GroenLinks of PvdA zijn, willen dus van de kostendelersnorm af. Maar volgens Groot Wassink wordt het sentiment breder gedeeld. ‘Ik denk dat er in gemeenteland veel mensen tegen de kostendelersnorm zijn. Dat gaat over partijkleuren en ideologie heen.’

Onderzoek
Kamerleden René Peters (CDA) en Jasper van Dijk (SP) stelde naar aanleiding van de brief van Divosa vragen aan verantwoordelijk staatssecretaris Bas van ’t Wout (VVD). Van Dijk wilde weten wat het kabinet met het advies gaat doen en vroeg ook hoe het staat met het onderzoek naar de effecten van de kostendelersnorm, waarvan de resultaten eigenlijk rond de zomer van 2020 waren beloofd. Van ’t Wout heeft de vragen nog niet beantwoord.