Van Volkskrant.nl van 10 maart 2019, de column van Sheila Sitalsing

Voor experimenten op mensen is doorgaans toestemming van het proefkonijn nodig, behalve wanneer die mensen in de bijstand zitten. Dan mag er met ze worden gesleept. Van activeringstraject via wekkercursus naar tegenprestatie. Zweten zullen ze, van ónze centen.

Soms met desastreuze gevolgen: gedenk de Tilburgse werklozen die vanwege de ‘sociale activering’ oude treinstellen moesten schuren, omdat dit ‘júíst goed’ voor ze was. Ze werden er blootgesteld aan het ziekmakende chroom-6 en hebben hun laatste restje vertrouwen in de overheid verloren – vermoedelijk zeer terecht.

Zaterdag stond Sybrand Buma in het AD de CDA-plannen voor een nieuw experiment met bijstandsgerechtigden toe te lichten. Ze moeten de arbeidsmarkt op. Niet in normale banen, maar in ‘ondersteunende functies in de zorg of het onderwijs of bij de plantsoenendienst’. Niet netjes betaald, maar voor een bedrag dat met een fooi bovenop de uitkering neerkomt op 85 procent van het minimumloon.

Het is hip, pleiten voor werken onder het minimumloon, vijftig jaar geleden ingevoerd door ARP-minister Bauke Roolvink, metaalarbeider in de politiek. Vorig jaar probeerde de regering jonge arbeidsgehandicapten te verplichten tot werken onder het wettelijk minimumloon. Dat mislukte, maar dat het minimumloon (9,82 euro bruto per uur bij een 38-urige werkweek) een kwetsbaar bezit is, blijkt ook uit de Verelendung in de freelance-economie waar de laagst betaalde zzp’ers soms onder het minimumloon vracht of passagiers rondrijden, pizza’s bezorgen of geinig bedoelde stukjes voor matig bezochte websites tikken.

Een minimumloon is, net als een verbod op kinderarbeid, geen kwestie van economie, maar van goede manieren. Zonder zouden we hier iPhones in elkaar kunnen zetten, T-shirts voor H&M kunnen naaien en al die andere dingen kunnen doen die lang geleden zijn uitbesteed naar lagelonenlanen. Of dus bijstandsontvangers in ‘ondersteunende functies’ duwen in lagelonenenclaves in Nederland. Waarop ongetwijfeld uit duizenden werkgeverskelen jammerend zal klinken: ‘Wij willen meer, meer, meer onder het minimumloon kunnen betalen! Is goed voor de economie!’

Ook de bijstand is een kwestie van goede manieren. Bedoeld als allerlaatste vangnet voor wie pech heeft in het leven. Net iets meer dan duizend euro krijgt een alleenstaande volwassene per maand, maar als je de mensen hoort praten, zou je haast denken dat het vetbetaalde uitvreters zijn, de 435 duizend bijstandsontvangers in dit land. ‘Labbekakken’ (VNO-NCW) die rap ‘iets nuttigs’ moeten doen (VVD) en hun vakantiegeld moeten inleveren (wederom VVD).

De bijstand is een dynamisch geheel: er gaan mensen in en uit. De opjaagobsessie concentreert zich op de ‘harde kern’, volgens schattingen ongeveer de helft van het bestand. Daar zitten mensen tussen voor wie het leven hard en moeilijk is. Die mensen zijn, zo weten we uit onderzoek, geholpen met liefdevolle aandacht, maatwerk, erkenning, bemoedigende duwtjes, hulp bij schuldsanering en bij leren lezen en schrijven. En bij het helpen aan volwaardig werk tegen een volwaardig loon, eventueel gesubsidieerd – de PvdA heeft in dit dossier opnieuw het licht gezien. Verkapte aanvallen op het minimumloon helpen daar niet bij.

Ik noteerde dit weekend veel boze reacties van zorg- en onderwijsmensen: toe, laat die Buma maar onderbetaalde ‘ondersteunende functies’ voor de politiek bedenken. Uitstekend idee. Kan zo’n ondersteuner meteen uitleggen waarom mensen boos zijn op ‘de politiek’.