Per 1 april is het Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet van kracht. Daardoor kunnen maximaal 25 gemeenten pilots met een lichter regime voor bijstandsgerechtigden uit voeren. Tegelijkertijd kadert het besluit de mogelijkheden voor gemeenten verder in. Zolang maximaal 4 procent van de totale bijstandspopulatie meedoet. Bijstandsgerechtigden mogen alleen vrijwillig aan experimenten meedoen en verschillende experimentgroepen worden voorgeschreven: de controlegroep, ontheffingsgroep, intensiveringsgroep, een vrijlatingsgroep en mogelijke combinatiegroepen. Ook is er een referentiegroep van bijstandsgerechtigden die niet meedoen aan het experiment.

Tegenprestatie

Even was de vraag of een tegenprestatie verplicht moest zijn in de experimenten. De gemeente Amsterdam vraagt die bijvoorbeeld niet en zou dan uitgesloten zijn van deelname. In de AMvB staat dat gemeenten beleidsvrijheid hebben en houden, dus een tegenprestatie vragen is niet verplicht. Een groep bijstandsgerechtigden (de intensiveringsgroep) moet wel dubbel zoveel inspanningen doen om te re-integreren. Dat was een wens van de VVD. Zo kan ook worden getoetst of dat een positieve uitwerking heeft op de uitstroom. Sommige wetenschappers vrezen dat bijstandsgerechtigden zich niet zullen opgeven, omdat ze dus ook in een “strenger regime” terecht kunnen komen. Maar volgens D66-wethouder Dennis Gudden van de gemeente Wageningen vullen deelnemende gemeenten de “intensiveringsgroep” in met “intensievere begeleiding”. ‘Daar biedt de AmvB ruimte voor. Een intensivering zien wij als meer begeleiding op maat. Dat is iets anders dan een verdubbeling van de verplichtingen.’

De experimenten moeten leiden tot grotere uitstroom van bijstandsgerechtigden naar werk en onafhankelijkheid van de uitkering. Dat onderdeel moet wetenschappelijk onderbouwd worden gemeten naar een beoordelingskader van onderzoeksorganisatie ZonMW. ‘Wij willen weten wat het doet met de mensen zelf. Welk effect heeft het op hun welbevinden, motivatie en gezondheid? Dat is voor ons minstens zo relevant en een nadrukkelijk ook een aspect van het experiment.’

Het experiment in Wageningen is gericht op vertrouwen geven en een initiatief uit de raad. Die beslist deze maand of het raadsvoorstel in lijn is met de verwachtingen. Gudden onderscheidt twee belangrijke onderzoeksgroepen: de bijverdiengroep en de maatwerkgroep. In de bijverdiengroep wordt 50 procent van de bijverdiensten van een deelnemer “vrijgelaten”, in de Participatiewet is dat 25 procent. Een deelnemer kan aan bijverdiensten per maand netto maximaal 199 euro overhouden, net als in de huidige wet, maar wel voor een periode van twee jaar. ‘Dat is een verruiming, want voorheen was dat zes maanden.’ Dat bedrag had van Gudden hoger mogen zijn. ‘Maar dit was het maximaal haalbare.’

 

http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/gemeenten-accepteren-beperkingen-bijstandpilots.9561629.lynkx