De verhoging is het gevolg van een nieuwe, hogere raming van de levensverwachting van Nederlanders, gemaakt door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Sinds 2012 schrijft de wet voor dat de AOW-leeftijd in dat geval automatisch met drie maanden stijgt. De vuistregel in de wet is dat ouderen tot hun overlijden gemiddeld achttien jaar AOW krijgen.

De uit de stijgende levensverwachting voortvloeiende verhoging van de AOW-leeftijd moet volgens de wet vijf jaar van tevoren worden aangekondigd. Een verhoging van de pensioenleeftijd in 2022 moet dus voor 1 januari 2017 bekend worden gemaakt. Een Nederlander die op 31 december 1954 is geboren, krijgt vanaf 31 december 2021 AOW. Iemand die een dag later is geboren moet drie maanden langer doorwerken. Want zijn of haar AOW gaat dan pas in op 1 april 2022, drie maanden na de 67ste verjaardag.

Het is de eerste keer dat de automatische verhoging van de AOW-leeftijd wordt toegepast. De verhogingen tot 2021 zijn stapsgewijs in de wet vastgelegd. Als de levensverwachting in dit tempo blijft stijgen, volgen na 2022 nog zeker drie jaarlijkse verhogingen van de AOW-leeftijd met een kwartaal. De AOW-leeftijd zal dan in 2025 68 jaar zijn.

In de verkiezingsprogramma’s van 50Plus, de PVV, de SP en de PvdA speelt de pensioenleeftijd een belangrijke rol.