Op woensdag 14 februari 2018 vergaderde de gezamenlijke raadscommissie voor Werk & Inkomen en Beheer & Verkeer over het collegevoorstel om de kosten voor Bijzondere Bijstand bij Beschermingsbewind te verlagen. De Cliëntenraad heeft onderstaande reactie mondeling ingesproken.

Inspraakreactie over Bijzondere Bijstand bij Beschermingsbewind

Om de uitgaven voor Bijzondere Bijstand bij Beschermingsbewind te verlagen, stonden in de collegebrief van 5 juli 2017 een aantal opties die onderzocht zouden worden.

Naast instemming voor een deel van de voorstellen, gingen we in ons advies specifiek in op 3 zaken:

  1. We steunden het streven om de kosten te willen verlagen door commerciële partijen ‘buiten de deur’ te houden;
  2. We zagen graag dat het draagkrachtcriterium voor vergoeding op 120% van de bijstandsnorm zou blijven;
  3. We pleitten er voor dat de bezuiniging op dit onderdeel beschikbaar zou blijven voor de Bijzondere Bijstand, en niet dat het zou terugvloeien in de gemeentekas.

Op pagina 3 van het raadsvoorstel wordt op die eerste twee punten ingegaan en we zijn blij dat die beide zaken met dit voorstel gerealiseerd worden.

Over het derde punt konden we in het voorstel niet direct vinden of dat gebeurt. Vandaar dat we toch benieuwd zijn of de bezuiniging beschikbaar blijft voor de bijzondere bijstand of niet. Gezien het totale beroep wat op de Bijzondere Bijstand wordt gedaan, voorziet dit in een grote behoefte, is het een veelal een noodzakelijke extra bron van inkomsten.

Naast dat de gemeente het beschermingsbewind gaat uitvoeren, wordt in dit voorstel in het geval van familiebewindvoerders de mogelijkheid tot Bijzondere Bijstand opgevoerd. Ook daar kunnen we mee instemmen.

In het voorstel is sprake van een hardheidsclausule. We weten van sommige cliënten met beperkingen dat die na wat omzwervingen nu een bewindvoerder hebben die hem of haar vertrouwen geeft en die maatwerk levert. We denken dat die niet gebaat zijn met onrust over weer een nieuwe bewindvoerder en bepleiten dat ze daarom onder die clausule kunnen vallen.

Tot slot.

In het voorstel staat dat de gemeente de organisatie en werkprocessen goed op orde heeft. Prima. Daarmee is de kwaliteit om het beleid uit te voeren, aanwezig. Met de toename van het aantal cliënten in de komende drie jaar, zal een groot deel van de focus gericht zijn op het bewaken van die kwaliteit.

In de gemeentelijke organisatie vindt momenteel een cultuuromslag plaats, een omslag van ‘wantrouwen naar vertrouwen’ van de cliënt. Een omslag die niet van de ene op de andere dag gerealiseerd is.

We vragen dan ook om hier alert op te zijn. Dat cliënten respectvol benaderd en behandeld worden. Bij mensen die tot hun nek in de schulden zitten, schulden die vaak meer dan verdubbeld zijn door aanmaningen en boetes, is die afhankelijkheid erg groot.

We pleiten er dan ook voor dat gekeken wordt om de mogelijkheid van onafhankelijke ondersteuning, die de cliënt vanuit persoonlijk perspectief in deze ingrijpende materie kan bijstaan, hier kan worden ingevoerd en standaard kan worden aangeboden.